Actuele rechtspraak december 2017 deel 1

GEVOLGEN SCHEIDING VOOR IN EIGEN BEHEER GEHOUDEN PENSIOEN.

Het door de vrouw als werknemer in eigen beheer gehouden pensioen moet extern worden ondergebracht gelet op art. 23 Pensioenwet. Vordering hiertoe is niet verjaard. Het vereveningsdeel van het pensioen van de man moet extern worden ondergebracht gelet op rechtspraak HR en omdat dit in convenant is overeengekomen. Zowel de man zelf als b.v. zijn hiertoe gehouden, maar niet andere ondernemingen in de groep.
Rechtbank Oost Brabant 29 november 2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:6255
(Scheiding en Pensioen in eigen beheer)

BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR NIET AFGEDRAGEN PENSIOENPREMIE AAN VERLICHT BPF.

De Melding betalingsonmacht kan ook op toekomstige premies zien: Indien een melding van betalingsonmacht op de voet van art. 23 lid 2 Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 is gedaan, behoeft niet opnieuw een zodanige melding te worden gedaan zolang nog sprake is van een betalingsachterstand, tenzij het bedrijfstakpensioenfonds de betalingsplichtige na ontvangst van een betaling schriftelijk doet weten de betalingsonmacht niet langer aanwezig te achten. Zie in vergelijkbare zin HR 16 maart 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6635, NJ 2007/164 voor de toepassing van art. 36 lid 2 Invorderingswet 1990.

Hoge Raad 24 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:3019
(melding betalingsonmacht, bestuurdersaansprakelijkheid, Wet Bpf)

VOORWAARDELIJK – NOG NIET GEFINANCIERD – PENSIOEN VALT NIET ONDER WET VPS OOK NIET BIJ WIJZE VAN VERMOGENSDELING OF DE REDELIJKHEID. HET EENMALIG NIET DE VOORGESCHREVEN INFO VERSTREKKEN MAAKT HET VOORWAARDELIJK PENSIOEN NIET ONVOORWAARDELIJK.

Volgens het Hof is de daadwerkelijke financiering bepalend voor de vraag of en in hoeverre de aanspraak al dan niet als pensioen moet worden gekwalificeerd, en derhalve krachtens de wet pensioenverevening voor verevening in aanmerking komt. Een niet gefinancierd pensioen is niet opgebouwd en hoeft niet verevend te worden.

En over de consequentie van het niet in achtnemen van het informatievoorschrift oordeelt het Hof:
en redelijke uitleg van de Pensioenwet, art. 65 lid 1 Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet en het Uitvoeringsbesluit brengt mee dat steeds op basis van de omstandigheden van het geval, met inachtneming van het belang van de voorgeschreven communicatie, moet worden beoordeeld of het verzuim van een pensioenuitvoerder zodanig verkeerde verwachtingen heeft gewekt dat dit verzuim moet leiden tot deze vergaande consequentie. Het gaat dus niet om – wat [appellante] kennelijk beoogt te stellen – op straffe van directe financiering in acht te nemen formaliteiten

Hof Den Haag 28 november 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:3300
Wet: 4 Uitvoeringsbesluit pensioenaspecten sociaal akkoord,65 Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet, 3 Wet VPS
Trefwoord: voorwaardelijk pensioen, pensioenverevening
IS WERKGEVER AANSPRAKELIJK VOOR NIET TIJDIG AANGEVRAAGDE VOORTZETTING DEELNEMING IN PENSIOENFONDS?

De werknemer vraagt dit pas aan nadat eerst 4 jaar na het ontslag in een procedure tegen de ex-werkgever is vastgesteld dat zij recht heeft op wachtgeld. Dan wijst het pensioenfonds voortzetting af omdat dit binnen 6 maanden na einde deelneming aangevraagd had moeten worden. De werkgever is hier niet aansprakelijk voor omdat ondanks de onduidelijkheid over het wachtgeld het een eigen verantwoordelijkheid van de werknemer was het verzoek tot voortzetting tijdig te doen.
Rechtbank Midden-Nederland 12 juli 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:5820
Wet: 54 Pensioenwet

Alle berichten van PensioenWiki zijn openbaar toegankelijk en alle andere informatie is voor leden, lid worden kan via www.pensioenwiki.nl