Afstorten van dga pensioen volgens echtscheidingsbeschikking rechtbank van april 2016 bij een door de vrouw aan te wijzen “pensioenverzekeraar”.

 

De vrouw had gevorderd afstorting bij een verzekeringsmaatschappij “dan wel op een andere fiscaal toelaatbare wijze”. De vrouw vordert afstorting in een door haar opgerichte B.V. Volgens het Hof moet de beschikking van de rechtbank zo uitgelegd worden dat het onderdeel “dan wel op een andere fiscaal toelaatbare wijze” niet is afgewezen zodat afstorting in B.V. van de vrouw hier ook onder valt.
Rechtbank Den Haag 20 december 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:15931
Wet: art. 2 Wet VPS

Actuele rechtspraak week 5-11 september 2016

AFSTORTING PENSIOEN NA SCHEIDING DGA. GEEN PRIVÉ AANSPRAKELIJKHEID VOOR AFSTORTING, MAAR AANSPRAKELIJKHEID VOOR DE B.V. TOEPASSING REDELIJKHEID EN BILLIJKHEID

Het Hof oordeelt: dat, voor zover de rechtbank daarmee heeft geoordeeld dat
[appellant] in privé, naast Capriconus, tot afstorting verplicht is, dat oordeel in beginsel niet, althans niet zonder meer juist is. Capriconus is de (rechts-)persoon die tot afstorting moet overgaan, en [appellant] is slechts in zijn hoedanigheid van DGA van Capriconus gehouden zijn medewerking aan afstorting te verlenen (omdat hij de enige natuurlijke persoon is die dat kan doen); slechts wanneer hij door onrechtmatig handelen jegens [geïntimeerde] (volledige) afstorting vanuit Capriconus onmogelijk heeft gemaakt, kan hij in zoverre aansprakelijk zijn voor de daardoor voor [geïntimeerde] ontstane schade.
Wat betreft de redelijkheid en billijkheid overweegt Hof : Het hof is van oordeel dat, gelet op de betwisting door [geïntimeerde] , [appellanten] onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de liquide middelen niet kunnen worden vrijgemaakt of van elders kunnen worden verkregen zonder de liquiditeit van de onderneming in gevaar te brengen. Het hof betrekt daarbij in zijn oordeel dat de laatste cijfers dateren uit 2014. Het hof is eveneens met [geïntimeerde] van oordeel dat het door [appellant] in het verleden gevoerde beleid als DGA van Capriconus BV mede een rol kan spelen. De postrelationele solidariteit houdt mede in dat [appellant] bij zijn beslissingen in het verleden ook rekening had moeten houden met de belangen van [geïntimeerde] Hof Arnhem-Leeuwarden 6 september 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:7163

Zie verder: afstortingsverplichting dga

NIET VERZEKERD, GEEN AOW.

Niet aannemelijk is dat het dat overgelegde certificaat de persoon van klager. Blijkbaar is dat een andere persoon.
CRvB 26 augustus 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:3193

 

GEEN PENSIOEN WANT NOG GEEN 65 JAAR, AAN EU RECHT WORDT GEEN RECHT OP PENSIOEN ONTLEEND

Na werkloosheid claimt belanghebbende pensioen, hoewel hij nog geen 65 jaar is. Beroep op EU Recht faalt. Dat geeft niet zelfstandig een recht op pensioen
Rechtbank Zeeland-West Brabant 24 augustus 2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:5372

Actuele rechtspraak week 25 juli – 1 augustus 2016

 

INSTEMMING PARTNER MET RUIL NIET AANGETOOND.

Het ging om de vraag of de vrouw had ingestemd met uitruil partnerpensioen, hetgeen zij ontkende en zij betwiste dat de geplaatste handtekening haar handtekening was. Een ingeschakelde schriftdeskundige heeft als oordeel gegeven dat de handtekening “met hoge waarschijnlijkheid” niet door de vrouw is geplaatst. Het Hof verwerpt het betoog van Nationale Nederlanden dat de vrouw door op hetzelfde huisadres als de man te wonen het risico heeft aanvaard dat hij een valse handtekening zet. NN wordt dus veroordeeld tot betaling schadevergoeding (geen/te laag NP) onder bevoegdheid te verrekenen van teveel aan de man betaald OP.
Hof Den Haag 26 juli 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2141

 

DGA. GEEN AFSTORTING NA SCHEIDING

Volgens het hof mag een afstorting van gelden ten behoeve van de rechten van de vrouw mag er niet toe leiden dat de pensioen B.V. haar verplichtingen jegens de directeur grootaandeelhouder niet meer kan nakomen. Bij de afstorting dient derhalve ook rekening te worden gehouden met de rechten die de man heeft. Het kan rechtens niet zo zijn dat er voor de man alleen een lege huls overblijft. De situatie is sedert het ‘afstortingsarrest’ de Hoge Raad van 2007 drastisch gewijzigd. De postrelationele solidariteit brengt mee dat het effectief in de b.v. voor pensioen beschikbare bedrag in gelijke mate te worden verdeel over ouderdomspensioen voor man en vrouw en over nabestaandenpensioen.
Hof Den Haag 23 maart 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1032