Overheid moet met pensioenwetgeving voor ZZP’er komen

De sociale partners en de Sociaal Economische Raad (SER) hebben eerder deze maand al gesproken over hervormingen van de arbeidsmarkt, maar die onderhandelingen klapten. Over de pensioenhervormingen praten de bonden dus wel verder.

Lutjens: ‘Overheid moet met pensioenwetgeving komen voor zelfstandigen’ (radio bericht BNR) 

Erik Lutjens, hoogleraar pensioensrecht aan de VU, vindt het niet zo gek om grote stelselwijzigingen bij de sociale partners neer te leggen: ‘Je moet ze ook meekrijgen. Je wil geen keuze maken die de vakbonden tegen de haren in strijkt waardoor er alleen maar arbeidsonrust zou kunnen ontstaan.’

Moet de overheid niet toch de regie nemen? De groep zelfstandigen zijn geen werknemers dus op dat punt zou het volgens Lutjens wél goed zijn als de overheid het pensioenprobleem zou aanpakken. Er zou wetgeving moeten komen: ‘Om meer te faciliteren of af te dwingen dat ze pensioen gaan opbouwen.’

Bron: BNR

Pensioenopbouw voor 1 Juli 2017 stopzetten door besluit ava

Dga, eigen beheer, beslistermijn afwikkeling

In antwoord op Kamervragen heeft de staatssecretaris verduidelijkt dat voor 1 juli 2017 alleen – door besluit ava – de pensioenopbouw moet worden stopgezet. Voor afkoop is tot eind 2019 de tijd. Onder meer houdt het antwoord in:

De aanname dat ondernemers vóór 1 juli 2017 een beslissing moeten nemen over hoe zij omgaan met de uitfasering van hun PEB, in de zin dat al voor die datum besloten zou moeten worden of men het PEB wil afkopen, omzetten in een oudedagsverplichting of bevroren wil houden, berust op een hardnekkig misverstand. Helaas wordt de laatste tijd ook in krantenberichten deze datum ten onrechte als deadline voor deze keuze genoemd. Tijdens de parlementaire behandeling van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen is meerdere malen aangegeven welke handelingen er verricht moeten worden voor het einde van de coulanceperiode. Het enige dat uiterlijk aan het eind van de coulanceperiode moet zijn geregeld is dat de huidige opbouw van het PEB wordt stopgezet. Dit kan door de algemene vergadering bijeen te roepen en door middel van een addendum op te nemen dat de opbouw stopt. Ook als de dga zou besluiten om een eventueel elders verzekerd pensioen terug te halen naar eigen beheer, moet deze waardeoverdracht plaatsvinden voor het einde van de coulanceperiode. Hierbij heb ik toegezegd dat hieraan ook is voldaan als het verzoek tot overdracht uiterlijk 30 juni 2017 bij de verzekeraar ligt2. De verzekeraar heeft daarna de gebruikelijke termijn om het verzoek af te handelen. De beslissing om het PEB fiscaal gefaciliteerd af te kopen of om te zetten in een oudedagsverplichting hoeft derhalve niet voor het einde van de coulanceperiode te worden genomen. Hiertoe heeft de dga nog tot en met 31 december 2019 – in overleg met zijn adviseur – de tijd.

Zie hier voor het volledig antwoord

Overdracht van verzekeraar naar eigen beheer van pensioen kan niet na 30 juni 2017, financiering wel.

 

Brief van de staatssecretaris va 27 juni 2017 waarin nadere uitleg over bepaald en onbepaald elders verzekerd deel.
Overdracht van verzekeraar naar eigen beheer van pensioen kan niet na 30 juni 2017, financiering wel.

De staatssecretaris zegt over de financieringsconstructie:

Als ik de leden van de fracties van de VVD en het CDA goed begrijp zijn zij van mening dat de
wet zo moet worden uitgelegd dat een waardeoverdracht van een op 30 juni 2017 bij een
professionele verzekeringsmaatschappij verzekerd deel naar het eigenbeheerlichaam ook na 30
juni 2017 mogelijk is, omdat dit kapitaal dient ter financiering van de op 1 juli 2017 “bevroren”
aanspraak bij het eigenbeheerlichaam en niet leidt tot een verhoging van de aanspraken zelf
van de dga. Op zich begrijp ik de redenering van deze leden dat ingeval slechts sprake is van
financiering van de op 1 juli 2017 “bevroren” aanspraak bij het eigenbeheerlichaam geen
sprake is van een toename van de in eigen beheer verzekerde pensioenaanspraken na 30 juni
2017.
Ingeval daadwerkelijk sprake zou zijn van een financieringsmodel van het eigenbeheerlichaam,
waarbij dit lichaam een financieringsovereenkomst heeft gesloten met de professionele
verzekeringsmaatschappij ter dekking van zijn pensioenverplichting, ben ik het met deze leden
eens dat overdracht van het kapitaal van de professionele verzekeringsmaatschappij naar het
eigenbeheerlichaam ook na 30 juni 2017 mogelijk zou zijn. Een dergelijke overdracht leidt dan
niet tot het overgaan van een verplichting ingevolge een pensioenregeling van de professionele
verzekeringsmaatschappij naar het eigenbeheerlichaam na 30 juni 2017. Dit is de situatie bij de
in eerdere brieven toegelichte dekkingspolis.

Zie hier voor de gehele brief

Uitsteltermijn afwikkeling pensioen in eigen beheer

Dga’s krijgen onder voorwaarden uiterlijk tot en met 30 juni 2017 de tijd (hierna: de coulancetermijn) om de handelingen te verrichten die samenhangen met:
· a. het premievrij maken van het in eigen beheer opgebouwde pensioen;
· b. het desgewenst terughalen van het elders verzekerde deel van het opgebouwde pensioen naar het eigenbeheerlichaam;
· c. het aanpassen van de pensioenbrief;
· d. de besluitvorming in de algemene vergadering over deze punten.
Het voorgaande betekent dat als niet uiterlijk op 30 juni 2017 aan de voorwaarden van de Wet uitfasering PEB is voldaan, dit alsnog zal leiden tot toepassing van artikel 19b van de Wet LB. Onderhavige besluit voorziet in de termijn tot 30 juni 2017

Zie hier bericht staatscourant

VPB en Wet Pensioen in Eigen Beheer

Tijdens de Tweede Kamerbehandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen is ingegaan op de situatie waarin een eigenbeheerlichaam vóór 20 september 2016 een toegekende pensioenaanspraak heeft verzekerd bij, of een pensioenverplichting heeft overgedragen aan een ander eigenbeheerlichaam (waarbij de betreffende lichamen niet met elkaar zijn gevoegd in een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting), maar deze verzekering of overdracht en de vorming van de actiefpost voor de kosten en lasten van toekomstige loon- en prijsontwikkelingen niet heeft kunnen verwerken in een aangifte vennootschapsbelasting die uiterlijk op 20 september 2016 is gedaan. Ik heb aangegeven goed te keuren dat onder voorwaarden ook voor dergelijke situaties de in het vierde lid van artikel 34e van de Wet Vpb bedoelde aftrek van deze kosten en lasten wordt toegepast. Dit besluit voorziet hier in.

Zie hier Staatscourant

Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen aangenomen door Eerste Kamer

Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen aangenomen door Eerste Kamer

Dit wetsvoorstel strekt tot de uitfasering van het pensioen in eigen beheer (PEB) voor de directeurgrootaandeelhouder. Het is op 7 maart met algemene stemmen aangenomen door de Eerste Kamer.

De wet zal per 1 januari 2017 in werking treden

Nog even de belangrijkste punten (zie de tekst van het wetsvoorstel zoals door de Eerste Kamer aangenomen);

– vanaf inwerkingtreding wordt pensioen in eigen beheer niet meer fiscaal gefaciliteerd voor de toekomstige opbouw, wijziging art. 19a Wet LB;
– opties zijn: a. in eigen beheer laten, b. verzekeren, c. afkopen , d. omzetten in oudedagsverplichting (zie nieuwe art. 38n Wet LB);
– voor afkoop of omzetting is instemming nodig van de partner en gewezen partner met een aanspraak op pensioen (zie nieuw art. 38n Wet LB);
– er is op gewezen dat ook volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding instemming van de partner voor vermindering van het partnerpensioen eveneens is vereist;
– bij afkoop wordt een percentage van de fiscale balanswaarde op de – te belasten – afkoopsom in mindering gebracht van aanvankelijk 34,5%. In 2018 wordt dit percentage 25% en in 2019 19,5% (art. 38o nieuw Wet LB);
– overdracht van verzekerde aanspraken naar eigen beheer is ook niet meer mogelijk, met dien verstande dat hiervoor een respijttermijn geldt van 3 maanden die begint op de dag van inwerkingtreding. (art. IIIA wetsvoorstel).
De behandeling in de Eerste Kamer was in december 2016 aangehouden in verband het gebruik van de mogelijkheden om de (toekomstige) indexatie van de opgebouwde pensioenaanspraken op het moment van afkoop of omzetting ten laste van de fiscale winst te brengen. Dat was niet de bedoeling. Na onderzoek heeft de staatssecretaris geconcludeerd dat die mogelijkheden niet bestaan: “Het onderzoek heeft uitgewezen dat de mogelijkheid om de (toekomstige) indexatie van de opgebouwde pensioenaanspraken op het moment van afkoop of omzetting ten laste van de fiscale winst te brengen, niet bestaat. De budgettaire derving zal zich dan ook niet voordoen”. Artikel 34e van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 voorkomt dat de kosten en lasten van de toekomstige indexatie op het moment van afkoop of omzetting in een oudedagsverplichting ten laste van de fiscale winst kunnen worden gebracht

Reparatiewetgeving was niet nodig. Zie voor een nadere toelichting het verslag van het schriftelijk overleg met de Eerste Kamer van 25 januari 2017.

In de novelle is toch een wijziging aangebracht. Deze houdt verband met de omstandigheid dat volgens het wetsvoorstel kosten en lasten die samenhangen met een in eigen beheer opgebouwde pensioenaanspraak en die als gevolg van de uit artikel 8, eerste lid, van de Wet Vpb 1969 voortvloeiende toepassing van de artikelen 3.26, 3.27 en 3.28 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) nog niet bij de bepaling van de winst in aanmerking zijn genomen voor altijd van aftrek zouden zijn uitgesloten. Het gaat hierbij om situaties waarbij ter zake van de toekomstige indexatie een transitorische actiefpost is gevormd. Abstraherend van genoemd artikel 34e, derde lid, van de Wet Vpb 1969 zou gebruikmaking van de in artikel 38n, tweede lid, van de Wet LB 1964 opgenomen mogelijkheid van afkoop of omzetting in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting tot gevolg hebben dat het vrijvallen van de hiervoor bedoelde actiefpost ineens ten laste van het resultaat zou kunnen worden gebracht. Met genoemd artikel 34e, derde lid, aanhef en onderdeel a, wordt dit voorkomen, maar wordt zoals gezegd tevens bewerkstelligd dat de betreffende kosten en lasten ook in de toekomst niet meer ten laste van de winst kunnen worden gebracht. Omdat dit naar het oordeel van het kabinet tot een onredelijke uitkomst zou leiden, wordt met de voorgestelde toevoeging van een vierde lid aan genoemd artikel 34e geregeld dat de betreffende kosten en lasten na het tijdstip waarop ter zake van de betreffende aanspraak artikel 38n, tweede lid, van de Wet LB 1964 is toegepast in afwijking van het derde lid van genoemd artikel 34e toch ten laste van de winst kunnen worden gebracht. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de situatie waarin de aanspraak wordt afgekocht als bedoeld in artikel 38n, tweede lid, onderdeel a, van de Wet LB 1964 en de situatie waarin de aanspraak wordt omgezet in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting als bedoeld in artikel 38n, tweede lid, onderdeel b, van de Wet LB 1964. In de situatie van afkoop mogen de genoemde kosten en lasten op grond van de voorgestelde wijziging bij de bepaling van de winst integraal in aanmerking worden genomen op het moment van afkoop, zijnde het moment waarop ook de heffing van loonbelasting over de aanspraak verschuldigd wordt.

In de brief van 10 februari 2017 is de staatssecretaris nog ingegaan op het bepaalde en onbepaalde bij een verzekeraar verzekerde pensioen. In die brief verduidelijkt de staatssecretaris dat
geen aanpassing van de overeenkomst met de professionele verzekeringsmaatschappij nodig is. Wel moet de pensioentoezegging van de bv aan de dga zodanig worden aangepast dat de dga alleen nog verder pensioen opbouwt bij de professionele verzekeraar en niet meer bij het eigenbeheerlichaam. Dat geldt eveneens in situaties waarin niet sprake is van een onbepaald elders verzekerd deel, maar van een bepaald elders verzekerd deel. Ook moet de inhoud van de pensioenregeling zodanig worden aangepast dat geen overgang van de elders verzekerde pensioenaanspraak naar een eigenbeheerlichaam meer kan plaatsvinden.

Documenten:

– tekst wetsvoorstel zoals aangenomen door Eerste Kamer:
– tekst novelle
– brief inzake uitstel behandeling in Eerste Kamer
– verslag schriftelijk overleg met Eerste Kamer van 25 januari 2017
– brief inzake onbepaald verzekerd deel

Goedkeuring voor variabele pensioenen van 1-1-2014 tot 8-7-2015

Goedkeuring voor variabele pensioenen met een ingangsdatum in de periode van 1 januari 2014 tot 8 juli 2015

Staascourant nr 4424  27 januari 2017

Dit besluit bevat een goedkeuring voor in een premie- of kapitaalovereenkomst opgebouwd pensioen met een ingangsdatum in de periode van 1 januari 2014 tot 8 juli 2015. Hiermee wordt voorkomen dat de fiscale regels in de weg staan aan de maatschappelijk gewenste mogelijkheid om deze reeds ingegane vaste pensioenuitkeringen in 2017 om te kunnen zetten in variabele pensioenuitkeringen.

 

Zie meer over Wet verbeterde premieregeling 

Grensoverschrijdende uitvoering pensioenregelingen

Grensoverschrijdende uitvoering pensioenregelingen

In antwoord op Kamervragen van het lid Lodders (VVD) van 3 juni 2016 heeft het kabinet aangegeven te onderzoeken wat de precieze omvang en gevoelde urgentie is bij belanghebbenden met betrekking tot grensoverschrijdende dienstverlening bij pensioenregelingen. Met de brief van 21 december 2016 heeft de staatssecretaris van SZW de kamer geïnformeerd. De staatssecretaris ziet geen reden voor wijziging van de Nederlandse wetgeving. De keuze van uitvoering is aan de sociale partners. Een wijziging van het FTK en invoering van een sponsorgarantie zal niet overwogen worden in verband met het faillissementsrisico van de werkgever. [brief van 21 december 2016, kamerstuk 32043, nr. 352]

 

Zie verder Herziening Pensioenfondsrichtlijn

Zie ook: Kamervragen en antwoorden over “Luxemburg – route dd 29-12-2016″

Uitfasering pensioen in eigen beheer uitgesteld

UITFASERING PENSIOEN IN EIGEN BEHEER UITGESTELD

De stemming over het wetsvoorstel Wet fasering pensioen in eigen beheer is uitgesteld [kamerstuk 34555, B]. De reden is de volgende blijkens de brief van de staatssecretaris van Financiën: Vanuit de praktijk bereiken mij signalen over het gebruik van de mogelijkheden om de (toekomstige) indexatie van de opgebouwde pensioenaanspraken op het moment van afkoop of omzetting ten laste van de fiscale winst te brengen. Met het oog op een ordentelijke besluitvorming in uw Kamer is het noodzakelijk inzicht te hebben in de effecten daarvan, in het bijzonder de grootte van de groep die hiervan gebruikmaakt of kan maken. Hiervoor dient nader onderzoek plaats te vinden.

INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 5 januari 2017 

De vaste commissie voor Financiën heeft in aanvulling op de reeds door de Tweede Kamer gevraagde brief aan de Staatssecretaris van Financiën, op 22 december 2016 een aantal vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris voorgelegd n.a.v. zijn brief van 20 december 2016 over het verzoek aan de Eerste Kamer om uitstel van de stemmingen over het wetsvoorstel Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen (Kamerstuk 34 555, nr. 9).

Handreiking Sanctiewet door Pensioenfondsen

Door het oplopen van internationale spanningen, bijvoorbeeld rondom Irak, Syrië, Libië en Rusland, nemen sancties vanuit de Verenigde Naties, Europa en nationale wetgeving een steeds belangrijkere positie in.

De pensioensector heeft op grond van de Sanctiewet 1977 c.a. (SW) en EU sanctieverordeningen specifieke verplichtingen waar het gaat om het naleven van sanctiemaatregelen. DNB wil pensioenfondsen met deze handreiking ondersteunen in het begrijpen van de verplichtingen onder de SW.

Analyses toekomst pensioenstelsel

Het ministerie van SZW heeft het CPB gevraagd om enkele analyses betreffende de toekomst van het pensioenstelsel. De eerste analyse betreft de uitkomsten van de SER-varianten voor het toekomstige pensioenstelsel bij meer extreme scenario’s en enkele specifieke scenario’s die aansluiten bij de economische situatie in Nederland en Japan. De tweede analyse betreft het plan van 3 politieke jongerenorganisaties voor het toekomstige pensioenstelsel.

De uitkomsten voor de meer extreme scenario’s illustreren dat het pensioen in alle contracten gevoelig is voor de economische ontwikkeling. De uitkomsten bij de meest ongunstige scenario’s zijn in de contracten met uitgebreide risicodeling iets minder ongunstig dan in de contracten met beperkte risicodeling. Uitgebreide risicodeling beperkt de verschillen in pensioenresultaat tussen verschillende generaties.

 

Zie hier het gehele document.

 

Zie verder: Toekomst pensioenstelsel

 

 

Publicaties Staatsblad

Wet verbeterde premieregeling is in het Staatsblad gepubliceerd
Wet van 23 juni 2016 tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verbetering van premieregelingen (Wet verbeterde premieregeling), Stb. 248

Wijziging WOR in verband ondernemingsraad en pensioen is in het Staatsblad gepubliceerd
Wet van 22 juni 2016 tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en de Pensioenwet in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de arbeidsvoorwaarde pensioen, Stb. 249

Advies over een algemeen pensioenfonds of het vrijwillig aansluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds wordt onder de reikwijdte van de vakbekwaamheidseisen en daarmee onder de Wft-diplomaplicht gebracht.
Kamerstuk 34117, nr. J
Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds)

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2016, nr. 2016-0000145098, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling vanwege de Wet pensioencommunicatie
Als gevolg van de Wet pensioencommunicatie is de startbrief vervangen door laag 1 van de Pensioen 1-2-3 waarin basisinformatie wordt opgenomen over de pensioenregeling. In het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling is nader bepaald welke informatie laag 1 van de Pensioen 1-2-3 in ieder geval moet bevatten.
Het doel van de basisinformatie is dat de deelnemer makkelijk duidelijke informatie kan vinden over de belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling, de keuzemogelijkheden die hij heeft en dat hij weet wanneer hij in actie moet komen. De Pensioen 1-2-3 is ontwikkeld door de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars en geeft deelnemers vergelijkbaar en gelaagd de belangrijkste informatie. De Pensioen 1-2-3 bevat ook een speciaal onderdeel om sollicitanten en deelnemers te helpen om pensioenregelingen met elkaar te vergelijken. Ten behoeve van dit onderdeel zijn sjablonen ontwikkeld.
In artikel 2, tweede en derde lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, is bepaald dat pensioenuitvoerders bepaalde opschriften, iconen en sjablonen moeten gebruiken bij het verstrekken van informatie. In deze regeling wordt geregeld dat de opschriften, iconen en sjablonen worden gebruikt die op 30 juni 2016 op de website www.pensioen123.nl zijn gepubliceerd.

 

Zie verder: Pensioenwet in Wet -en regelgeving

Wijziging wetsvoorstel bevoegdheid ondernemingsraad ten aanzien van pensioen

Ten aanzien van dit bij de Tweede Kamer in behandeling zijnde wetsvoorstel is een Nota van wijziging ingediend. De belangrijke punten hieruit zijn:

– verduidelijking dat de ondernemingsraad geen instemmingsrecht heeft indien sprake is van verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfondsen;
– invoering van de bepalingen dat telkens de keuze van onderbrenging van de pensioenovereenkomst bij een uitvoerder instemmingsplichtig is en niet, zoals aanvankelijk was opgenomen in het wetsvoorstel, indien het de onderbrenging bij een buitenlandse uitvoerder betreft;
– vastlegging dat de ondernemingsraad instemmingsrecht heeft ten aanzien van het besluit van de werkgever over de uitvoeringsovereenkomst en het voor de uitvoering van de pensioenregeling voor het eigen personeel opgestelde uitvoeringsreglement voor bepalingen die „van invloed zijn’ op de pensioenovereenkomst, in plaats van die van „directe” invloed zijn zoals aanvankelijk was bepaald

Het wetsvoorstel is op 7 juni 2016 aangenomen door de Tweede Kamer en diezelfde dag ingediend bij de Eerste Kamer (kamerstuk 3478, nr A)

Variabele uitkering bij kapitaalovereenkomst en premieovereenkomst

 

Het voorstel van de regering voor variabele uitkeringen en het voorstel van Lodders zijn in elkaar gevoegd tot het nieuwe voorstel voor de „Wet verbeterde premieregeling” (kamerstuk 34255, nr. 12). Het wetsvoorstel moet 1 augustus 2016 in werking treden. Bij de kapitaalovereenkomst en de premieovereenkomst krijgt de deelnemer of gewezen dan op in ieder geval de pensioendatum de keuze tussen een vast en een variabele uitkering. Indien de pensioenuitvoerder de keuze niet aanbiedt, krijgt de deelnemer of gewezen deelnemer het shoprecht naar een andere pensioenuitvoerder, ook indien de opbouw plaats vond bij een pensioenfonds.

 

Zie verder: Wet verbeterde premieregeling

Het wetsvoorstel van Lodders in zake pensioenuitkering in eenheden en van Klijnsma inzake variabele pensioenuitkeringen worden samengevoegd

 

De pensioenuitkering moet volgens de Pensioenwet een vastgestelde uitkering zijn.

Er ligt bij de Tweede Kamer een initiatiefwetsvoorstel Lodders in zake uitbetaling pensioen in eenheden (kamerstuk 34255) en een wetsvoorstel van staatssecretaris Klijnsma voor variabele pensioenuitkeringen (kamerstuk 34344). Bij brief van 19 februari 2016 aan de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris aangekondigd dat haar wetsvoorstel zal worden geïntegreerd in het wetsvoorstel Lodders en indien de Kamer het zo gewijzigde wetsvoorstel aanneemt het wetsvoorstel van Klijnsma wordt ingetrokken.

 

 

Klijnsma geeft mensen met premieovereenkomst meer keuze

Mensen die pensioen opbouwen via een premie- of een kapitaalovereenkomst moeten zelf een afweging kunnen maken tussen een vast of een flexibel pensioen. Staatssecretaris Klijnsma (SZW) heeft daartoe op 23 november 2015  het wetsvoorstel ‘Variabele pensioenuitkering’ ingediend bij de Tweede Kamer. Deelnemers mogen tot uiterlijk de pensioendatum kiezen.

Klijnsma: ‘’Het gaat er om dat mensen zelf kunnen kiezen. Daarbij moet natuurlijk wel worden voorkomen dat er ongewenste beleggingsrisico’s worden genomen waardoor de pensioenvoorziening in gevaar kan komen. Daarom dit wetsvoorstel.’’

Ongeveer 1 miljoen mensen hebben een premie- of kapitaalovereenkomst. Dit aantal neemt de laatste jaren snel toe. Op dit moment zijn deze mensen verplicht hun opgebouwde kapitaal op de pensioendatum om te zetten in een vast, gegarandeerd pensioen. Een dergelijk pensioen wordt sterk bepaald door de rentestand op het moment van pensionering. De historisch lage rente vertaalt zich op dit moment in lage pensioenen.

Het wetsvoorstel van Klijnsma biedt deze deelnemers de keuze tussen een vast pensioen, een variabel pensioen of een combinatie. Deze keuzemogelijkheid stelt deelnemers in staat zelf een afweging te maken tussen de hoogte van het pensioen en de daaraan verbonden risico’s.

Het kapitaal van mensen die kiezen voor een variabel pensioen kan na de pensioendatum gedeeltelijk doorbelegd blijven. Ook biedt het wetsvoorstel de mogelijkheid om bij een variabel pensioen de financiële mee- en tegenvallers in de tijd te spreiden en om risico’s collectief te delen.

De beoogde invoeringsdatum is 1 juli 2016.

Meer DGA eigen beheer met kerst

Het onderscheid tussen de fiscale en commerciële waardering van pensioenverplichtingen bij pensioen in eigen beheer kan problemen geven bij onder andere dividenduitkeringen, echtscheiding en waardeoverdracht. Op 1 juli 2015 heeft de staatssecretaris van Financiën het rapport ‘Oplossingsrichtingen voor pensioen in eigen beheer’ uitgebracht.
Eerder gaf de staatssecretaris aan dat hij streeft naar een ingangsdatum per 1 januari 2016. Maar hij heeft er geen probleem mee als in het kader van zorgvuldigheid deze datum wordt verschoven. Over de inhoud van de oplossingsvarianten en de invoeringstermijn gaat de staatssecretaris eerst in debat met de Tweede Kamer. Pas daarna volgt eventueel een wetsvoorstel. De bedoeling was dit begin oktober te doen. De staatssecretaris heeft nu aangegeven pas in december met een uitgewerkt voorstel naar de tweede Kamer te komen. Vóór de kerst (2015) volgt een aanvullende brief waarin de optie van het uitfaseren van het eigen beheer is uitgewerkt.