Actuele rechtspraak januari 2017

GEEN VERBODEN ONDERSCHEID OP GROND VAN LEEFTIJD DOOR PENSIOENFONDS BIJ HET AFSCHAFFEN VAN VOORWAARDELIJK PENSIOEN VOOR WERKNEMERS GEBOREN VANAF 1950.

 

College rechten van de mens 19 januari 2017, oordeel 2017-3

Het Pensioenfonds PWRI heeft deze regeling afgeschaft voor deze werknemers. Het College acht geen verboden leeftijdonderscheid aanwezig, waarbij het College veel betekenis toekent dat de afspraak is gemaakt door de sociale partners: “moet worden meegewogen dat de afschaffing van de B-regeling tot stand is gekomen na collectieve onderhandelingen en deel uitmaakt van een groter pakket aan maatregelen. […]. Het College oordeelt dat verweerster rekening mag houden met de ruime beoordelingsmarge van sociale partners en dat er geen redenen waren om aan te nemen dat sociale partners niet alle belangen van de verschillende werknemers hebben meegewogen bij de totstandkoming van het nieuwe arbeidsvoorwaardenpakket.” Op grond hiervan oordeelde het CRM dat er voor het pensioenfonds “geen aanwijzingen bestonden waaruit zij redelijkerwijs had moeten concluderen dat in de nieuwe regeling verboden onderscheid op grond van leeftijd werd gemaakt”. Dat betekent volgens het CRM dat het pensioenfonds “dan ook geen verboden onderscheid op grond van leeftijd heeft gemaakt”.