Verhoging pensioenrichtleeftijd, hoe te compenseren?

Om de tafel, is de belangrijkste eerste stap, zeker als de werkgever eerder een maximale regeling heeft toegezegd.

Stel er is bij een middelloonregeling het maximale opbouwpercentage van 1,875% toegezegd met een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar. Vanaf 1-1-2018 hoeft het opbouwpercentage niet te worden gewijzigd, als de pensioenrichtleeftijd in de pensioenregeling naar 68 jaar wordt verhoogd. Kan de pensioenrichtleeftijd ook op de huidige lagere leeftijd blijven staan? De belastingdienst reageert daar in ‘Vraag & Antwoord 17-012’ als volgt op:
“Ook na 1 januari 2018 mag in een pensioenregeling een pensioenrichtleeftijd lager dan 68 jaar worden opgenomen. Wel geldt dan de voorwaarde dat de omvang van het op te bouwen ouderdomspensioen niet hoger is dan het op basis van algemeen aanvaarde actuariële grondslagen naar de lagere pensioenrichtleeftijd herrekende fiscaal maximale ouderdomspensioen ingaande op de eerste dag van de maand waarin de 68-jarige leeftijd wordt bereikt. Dit volgt uit artikel 18a, zesde lid, Wet LB. Deze actuariële herrekening kan zowel plaatsvinden in de opbouwfase als op de ingangsdatum van het pensioen. In de opbouwfase leidt de herrekening tot een lagere jaarlijkse maximale opbouw voor het ouderdomspensioen”.
Als de pensioenleeftijd 67 blijft, wordt het opbouwpercentage actuarieel herrekend naar ongeveer 1,75% (zie Vraag & Antwoord 17- 012). Dat betekent een versobering van de arbeidsvoorwaarden. Een pensioenovereenkomst kan niet zomaar worden aangepast ten gevolge van een fiscale wijziging. Eventueel moet de ondernemingsraad om instemming worden gevraagd. Dat bindt de individuele werknemer niet. Tenzij er bijvoorbeeld in de pensioenovereenkomst een wijzigingsbeding is opgenomen en de fiscale aanpassing een zwaarwichtig belang van de werkgever betreft. Hoe te wijzigen ga ik hier niet verder uitdiepen. Wel of er ook alternatieven zijn. Zeker. Bijvoorbeeld:

· Een 13e maand of bonus voortaan wel meenemen als pensioengevend salaris.
· Tot 2018 is er geen sprake van een maximale opbouw. De huidige opbouw is bijvoorbeeld 1,70%, wat ruimte biedt.
· De huidige franchise is hoger dan de minimale. Dan is daar wellicht ruimte.
· Combinaties.

Anders moet de werkgever de werknemer op een andere manier compenseren, nadat zij dit eerst met elkaar hebben besproken, om de tafel.

Dirk-Jan Plate
Pensioenconsultant CPC

Actuele rechtspraak 3 juli 2017

AFSTAND VAN DEELNEMING IN PENSIOENREGELING.
Voorafgaand aan de indiensttreding, op 27 maart 2013, heeft [X] aan [eisende partij] een afstandsverklaring met betrekking tot de pensioenregeling aangeboden. [eisende partij] en haar toenmalige partner hebben deze afstandsverklaring ondertekend. De vordering om alsnog aanmelding bij pensioenverzekeraar tot stand te brengen en premies te betalen wordt dus afgewezen. Dit is vrijheid werknemer om geen pensioenovereenkomst aan te gaan.
Rechtbank Limburg 28 juni 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:6071
Wet: 65 Pensioenwet

PENSIOENFONDS GEBONDEN AAN GEGEVENS OMTRENT PENSIOEN IN AANVRAAGFORMULIER VOOR PENSIOEN.

Met name omdat de rechtbank dit aanmerkt als aanbod dat is aanvaard door terugsturen met bewijsstukken en bovendien heeft werknemer de onomkeerbare beslissing van ontslagname genomen. De verwijzing naar rechtspraak dat UPO geen rechtshandeling is gaat aldus niet op. Ook het argument dat aanspraken alleen door het pensioenreglement worden bepaald niet, want hier was immers een (bovenreglementaire) overeenkomst gesloten
Rechtbank Den Haag 30 november 2016 en 10 mei 2017, ECLI:NL:RBDHA:2016:17098 en ECLI:NL:RBDHA:2017:7283
Wet: 3:35 BW

Actuele rechtspraak 4 juli 2017

VERZOEK TOT GROEPSGEWIJZE WAARDEOVERDRACHT ZODANIG LAAT DAT NIET VOOR 1.1.2008 AFGEHANDELD. GEEN ONZORGVULDIG HANDELEN PENSIOENFONDS.

Overeenkomst tot afhandeling op grond van tarieven 2008 niet aannemelijk geworden
HOF Den Bosch 4 juli 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:3060
Wet: 75 lid 2 Pensioenwet

BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR PREMIES OP GROND VAN ART. 23 WET BPF 2000.

Diverse juridische vragen ter uitwerking gesteld. 1: of melding had moeten plaatsvinden hoewel nog geen premienota opgelegd. 2: de reikwijdte van art. 23 lid 9
Hof Den Haag 4 juli 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1760
Wet: art. 23 Wet Bpf 2000

 

Automatische waardeoverdracht klein pensioen leidt vrijwel zeker tot extra kosten werkgever

Naast een minder grote verlaging van de administratielasten dan gewenst nemen de bijbetalingslasten voor de werkgever vrijwel zeker toe. Het verzoek tot een waardeoverdracht afkomstig van de deelnemer blijft ongewijzigd. Nieuw is dat de pensioenuitvoerder alle nieuwe kleine pensioenen regelmatig zal proberen op te sporen door te zoeken naar een ‘hit’ in het pensioenregister. Bij een ‘hit’ wordt de waarde automatisch overgeheveld naar de nieuwe pensioenuitvoerder. De gewezen deelnemer kan daar niet tegenin gaan. Volgens het voorgestelde art. 70a Pensioenwet is het een recht van de pensioenuitvoerder. De verwachting is dat het aantal waardeoverdrachten en bijbetalingsverplichtingen voor de werkgever hierdoor zullen toenemen. Bij uitgaande waardeoverdrachten door de lage marktrente. Bij een inkomende waardeoverdracht komt het surplus toe aan de werknemer, in de vorm van een extra pensioenaanspraak. Mijn inziens een ongewenst neveneffect. Een effect dat bijvoorbeeld opgelost kan worden door het voorgestelde artikel 70a lid 3 Pensioenwet voor invoering aan te passen. Daarin zou de eis van een actuariële gelijkwaardigheid kunnen worden losgelaten.

Het voorgestelde art. 70 lid 3 Pensioenwet:
3. De ontvangende pensioenuitvoerder waarborgt dat de actuariële waarde van de door de
deelnemer te verwerven pensioenaanspraken ten minste gelijk is aan de op dezelfde grondslagen
berekende waarde van de over te dragen pensioenaanspraken.

Bij de huidige afkoop van een klein pensioen speelt het probleem van bijbetaling door de werkgever niet. Wel als de werknemer op eigen initiatief tot een waardeoverdracht besluit. Daar komt na de implementering van de nieuwe wet nu ook de financiële nadelen van een automatische waardeoverdracht voor de werkgever bij. Schrale troost, de bijbetaling veroorzaakt door de automatische waardeoverdracht is net zoals de over te dragen pensioenaanspraken …. klein.

Dirk-Jan Plate
Pensioenconsultant CPC